Automobilisten en andere brandstofgebruikers zijn in Nederland aanzienlijk duurder uit in vergelijking tot de rest van Europa. De belangrijkste reden hiervoor is te vinden in de hoge accijns met daarbovenop nog eens een fors percentage aan BTW. Vergelijkt men bijvoorbeeld de prijs voor 1 liter benzine in Nederland en België dan zal men meestal een minimaal verschil kunnen waarnemen van zo’n 10 eurocent. Voor Duitsland geldt vaak nog een groter verschil in de benzineprijzen.
Wanneer men verder weg gaat dan zal men merken dat men richting Oost-Europea en Spanje steeds goedkoper de tank van een auto kan vullen. Hierbij kunnen soms verschillen te zien zijn van wel 40% op de prijs van een liter benzine.
Neemt men enkele de kale benzineprijzen van Nederland en de overige landen die tot de Europese Unie behoren dan zal men zien dat Nederland gemiddeld zo’n 8 eurocent duurder is dan de rest. De oorzaak is waarschijnlijk dat er in ons land te weinig concurrentie heerst tussen de verschillende oliemaatschappijen met als gevolg dat de prijzen van brandstof op een kunstmatige wijze hoog worden gehouden.
Als andere oorzaak voor de hogere prijzen voor brandstof in Nederland zou kunnen zijn dat de tankstations relatief klein zijn en daardoor vaker bevoorraad moeten worden wat dus extra transportkosten met zich meebrengt die aan de consument doorverrekend moeten worden.
Aangezien het grootste deel van de prijs voor een liter brandstof in Nederland in de schatkist van de staat verdwijnt via de accijns, BTw en het beruchte kwartje van Kok, is alleen de overheid in staat de brandstofprijzen naar beneden te brengen.
