Op het gebied van energie en energiebesparing legt de overheid eisen op. Van de ondernemers wordt in algemene zin gevraagd om zuinig met energie om te gaan en hiervoor maatregelen te treffen. Voor bedrijven die meer dan 50.000 hout kopen of 25.000 m3 gas op jaarbasis verbruiken, gelden extra regels.
Om energiezuinig ondernemen te stimuleren heeft de overheid energiesubsidies en fiscale regelingen in het leven geroepen. Deze bieden financieel voordeel en verlagen de kosten. De Energie-investeringsaftrek (EIA) is hiervan de belangrijkste regeling.. Een andere interessante subsidie is de Energie Onderzoek Subsidie (EOS)..
De conventionele energiebedrijven zijn allemaal gesplitst in netwerk- en leveringsbedrijven bij het vrijkomen van de markt. Dit kan leiden tot verwarring omdat in een groot aantal gevallen zowel de naam als de logo’s onveranderd zijn gebleven. Formeel is er echter sprake van een apart bedrijf voor het netwerk. Doordat er geen nieuwe kabels en leidingen worden getrokken op het moment dat men naar een andere energieleverancier overstapt blijft men voor het transport van de energie bij de lokale netbeheerder.
Tot 1 juli 2004 regelde men dus alle zaken die betrekking hebben op energie bij slechts één bedrijf. Vandaag de dag is er tenminste (formeel) sprake van drie bedrijven namelijk: de netbeheerder, de leverancier van de energie en wellicht ook nog een meetbedrijf. De metermarkt is eveneens vrij en ook op dat gebied zijn er meerdere aanbieders aan het werk. Grootverbruikers krijgen daadwerkelijk een contract door de netbeheerder aangeboden. Tevens zal men dan voor de netwerkkosten in veel gevallen een aparte nota ontvangen.
Door het vrij komen van de energiemarkt is de gebruiker vrij om een aanbieder van energie te kiezen. Hierdoor is er een situatie ontstaan waarin de energieaanbieders allerlei acties in het leven hebben geroepen om zoveel mogelijk klanten aan zich te kunnen binden.