Er is, de laatste decennia, veel te doen over het gebruik van energie. Niet alleen willen huishoudens hun rekeningen voor energie zo laag mogelijk houden ook nationale- maar ook steeds meer internationale leiders en organisaties proberen er alles aan te doen om het energieverbruik aan banden te leggen. De meeste energie die momenteel wordt gebruikt wordt namelijk nog steeds opgewekt door het gebruik van fossiele brandstoffen zoals kolen, aardgas en aardolie.
De verbranding van deze stoffen, waardoor energie vrijkomt, zorgt namelijk voor opwarming van de aarde door onder andere de uitstoot van het broeikasgas CO2. Hoeveel energie een huishouden gebruikt hangt allereerst af van het aantal personen dat er deel van uit maakt. Grotere huishoudens gebruiken doorgaans meer energie omdat zijn bijvoorbeeld meer warm water gebruiken, meer de wasmachine aan hebben staan en meer elektrische apparaten in hun bezit hebben. Verder is de grootte van een woning een bepalende factor bij het energieverbruik. Een klein huis is namelijk sneller op temperatuur dan een grotere variant. Echter hierbij moet men wel rekening houden met de mate waarin een dergelijke woning is voorzien van isolatie zoals dubbel glas en geïsoleerde spouwen en daken.
Het verbruik van energie wordt echter door steeds meer mensen bewust in de gaten gehouden. Ze nemen energiebesparende maatregelen door bijvoorbeeld energiezuinige apparaten aan te schaffen, gloeilampen te vervangen door zuinige spaarlampen of LED-verlichting maar ook door korter onder de douche te gaan staan en de verwarming minder hoog te zetten.
Andere besparende maatregelen die een huishouden kan treffen zijn het wassen van enkel een volle trommel en dan nog het liefst op een zo laag mogelijke wastemperatuur. Verder de was te laten drogen aan een wasrek of een droogmolen in plaats van deze in een wasdroger te stoppen.