Gaslicht

Met gaslicht wordt een vorm van verlichting bedoeld die wordt verkregen door het gebruik van aardgas of een gas op basis van paraffine, petroleum of bruinkoolteer. Gedurende de negentiende eeuw werd deze vorm van verlichting steeds algemener en werd de verlichting door middel van olielampen zelfs verdrongen. In de loop van de twintigste eeuw werd het gaslicht echter weer verdrongen door de komst van het elektrische licht.

overstappen banner

Door het ondergaan van verschillende innovaties heeft het gaslicht met steeds minder gas steeds meer licht op weten te brengen. Zo werd allereerst door de invoering van het lichtgas (ook wel stadsgas genoemd) de samenstelling van het gas verbeterd. Later gebeurde dit nogmaals door de invoering van het zogenaamde vertgas. Dit vetgas vergrote de efficiƫntie van het gas. Hierbij speelde het gehalte aan zware koolwaterstoffen een cruciale rol.

Aan het einde van de negentiende eeuw begin men gebruik te maken van een zogenaamd gloeikousje dat begon te gloeien zodra het gas begon te branden. De vezels van het kousje gloeiden dan fel op waardoor de lichtopbrengst hoger werd.
Niet enkel in huis maakte men gebruik van gaslicht maar ook straatlantaarns hebben jarenlang gebruik gemaakt hiervan. Zelfs rijtuigen op het spoor werden uitgerust met gaslicht. In het jaar 1957 werd in de laatste trein het gaslicht vervangen door elektrisch licht en kon de NS haar gasfabriek op slot doen.

Vandaag de dag wordt echter nog maar sporadisch gebruik gemaakt van gaslicht en dan alleen maar op plaatsen waar men geen beschikking heeft over elektriciteit bijvoorbeeld tijdens het kamperen of in afgelegen (recreatie)woningen.

samenom banner