Tegenwoordig, met de steeds weer stijgende brandstofprijzen, gaan steeds meer mensen over tot het laten inbouwen van een gastank in hun auto. Autogas is namelijk aanzienlijk goedkoper in aanschaf dan bijvoorbeeld benzine.
Wanneer men meer dan 14.000 kilometers per jaar rijdt met een auto dan zou het al rendabel kunnen zijn om een gastank in de auto in te laten bouwen. Heeft men een gebruikte auto dan is het rijden van 4.000 kilometer per jaar al voldoende om voordeel te hebben van een ingebouwde gastank. Een voorwaarde voor het in kunnen bouwen van een gastank is wel dat de auto van oorsprong op benzine moet rijden.
Het inbouwen van de gastank kan het beste door een, door de RDW (Rijks Dienst voor het Wegverkeer) goedgekeurd bedrijf te gebeuren. Op die manier weet men immers zeker dat de installatie goed zal gebeuren en heeft men zelf geen omkijken naar de verplichte keuring die automatisch dient te volgen nadat de tank is ingebouwd.
Hoewel een gastank in een auto veel geld kan besparen kleeft er toch ook een nadeel aan. Men verliest namelijk aanzienlijk wat bagageruimte in de kofferbak. Tegenwoordig zijn er echter ook kleinere gastanks op de markt gebracht die goed passen in de ruimte voor het reservewiel van de auto en zo het ruimteverlies beperkt. Men dient dan wel een spray mee te nemen in de auto die een lekke autoband kan dichten ingeval men deze stuk rijdt.
Een ander nadeel van een stalen gastank in de auto is dat het gewicht van het voertuig zal stijgen. Vandaag de dag zijn er ook kunststof tanks te koop die wel 70 procent minder zwaar zijn dan de exemplaren van staal. De wegenbelasting die men moet voldoen blijft dan te overzien terwijl men toch het voordeel van het rijden op gas heeft.