Om een woning te verwarmen heeft een verwarmingsketel een bepaalde hoeveelheid gas nodig. Hoe groot deze hoeveelheid is is onder andere afhankelijk van het volume van de woning, de hoogte van de thermostaat en het aantal mensen die in deze woning wonen.
Een andere factor die het gasverbruik voor een bepaalde woning bepaald is de mate waarin een woning is geïsoleerd. In vergelijking tot drie decennia geleden zijn de huidige woningen veel beter geïsoleerd en ook nog voorzien van dubbele beglazing. Hierdoor kan er minder warmte naar buiten ontsnappen en hoeft men minder bij te verwarmen. Met andere woorden: de verwarmingsketel hoeft minder vaak en minder lang te branden.
De plaats waar men woont heeft evenwel een aanzienlijke invloed op het totale verbruik van gas. Een appartement dat wordt omgeven door andere woningen in een complex zit natuurlijk beter geïsoleerd dan bijvoorbeeld een woning die geheel vrijstaat op een groot stuk land. Hier heeft de wind immers vrijspel en verliest de woning sneller haar warmte dan bij het appartement het geval zal zijn. Zo zal een hoekwoning eveneens een groter gasverbruik hebben omdat ook daar meer warmte verloren gaat.
Bovendien is het verwarmen van een groot huis aanmerkelijk kostbaarder dan een klein optrekje. Hoge ruimtes en veel glas kunnen het gasverbruik evenzo verhogen ook al is er gebruik gemaakt van dubbel glas. Oudere woningen zijn in veel gevallen ook lastiger te verwarmen dan woningen die aan de strenge isolatie-eisen van tegenwoordig hebben voldaan. Er bevinden zich in de oudere woningen vaak allerlei spleten en kieren waardoor warmte naar buiten kan wegkomen.
