Een gelhaard is een soort haard dat gebruik maakt van brandbare gel om warmte mee te genereren. In de haard worden speciale potjes geplaatst met daarin de brandbare gelpasta. Er bevinden zich specifieke uitsparingen in de bodem van de haard waarin deze potjes met gel kunnen worden geplaatst.
Nadat men de potjes in de haard heeft geplaatst kan men, met een lange lucifer, de gel aansteken. Wil men de gel weer doven dan gebruikt men daarvoor de bijgeleverde dekseltjes die exact op de gelpotjes passen. Doordat er geen zuurstof meer bij het vuur kan komen zal dit vanzelf doven. Om de dekseltjes over de potjes te leggen kan men het beste een ovenwant gebruiken om brandwonden te voorkomen.
Sommige gelhaarden zijn uitgeruist met namaak houtblokken om een natuurlijk effect te kunnen bereiken. Men dient echter voorzichtig te zijn met dit namaak hout. Men dient ervoor op te passen dat deze niet op de brandende gelpotjes worden geplaatst of erop terecht kunnen komen. Zo kan er namelijk roetvorming ontstaan. Ze dienen dus altijd stabiel neergelegd te worden naast de brandende potjes. Dit kan men geheel naar eigen inzicht doen.
Een ander aspect waaraan men moet denken bij het gebruik van een gelhaard is dat men de gelblikjes nooit mag bijvullen wanneer deze branden. Dit mag pas gebeuren een kwartier nadat ze gedoofd en voldoende afgekoeld zijn. Wanneer de gelblikjes vanzelf uitgaan kan er soms een nare geur ontstaan. Het is daarom verstandiger deze eerder te doven.
De potjes die in gelhaarden worden gebruikt dienen van tijd tot tijd te worden schoongemaakt of, indien nodig te worden vervangen. In de blikjes kan namelijk restafval en roest ontstaan en achterblijven. Wanneer er zware roestvorming in de blikjes ontstaat kunnen deze zelfs gaan lekken.