Een windturbine is een werktuig waarmee men windkracht kan omzetten in bruikbare energie (elektriciteit). Een belangrijk onderdeel van een windturbine is dan ook de generator..
Door de generator wordt namelijk de beweging van de as (die door de rotorbladen in beweging wordt gezet) omgevormd in elektriciteit. Verder geeft de generator deze opgewekte elektriciteit af aan het energienetwerk of aan een accu waarin deze dan wordt opgeslagen. De werking van een generator is te vergelijken met die van een dynamo op een fiets: een magneet draait in een spoel waardoor er elektriciteit wordt opgewekt. Dit gebeurt doordat er een geleider door het ontstane magnetisch veld beweegt en er een elektrische spanning ontstaat. Wanneer deze elektrische spanning in een gesloten systeem terecht komt wordt er een stroom gecreëerd en kan de elektriciteit worden gebruikt.
Een generator is daarom altijd uit twee onderdelen opgebouwd namelijk een elektromagneet om een elektrisch veld te kunnen creëren en één of meerdere spoelen die gemaakt zijn van koperdraad om de spanning mee te kunnen induceren. Bij een generator kan men altijd zowel een stilstaand deel (de stator) als een bewegend deel (de rotor) onderscheiden. Bij een windturbine zal de rotor meestal als elektromagneet worden gebruikt. De elektrische energie zal in de stator worden opgewekt waar zich de spoelen van koperdraad bevinden. De reden hiervoor is dat de opgewekte energie erg groot is zo door middel van de stilstaande stator direct aan het energienet kan worden afgegeveen.
In de oudere modellen van windturbines zitten er tussen de as en de generator nog een aantal tandwielen die de beweging van de as versnellen en zo meer energie leveren. Vandaag de dag is de generator echter direct verbonden met de as waardoor deze betrouwbaarder wordt omdat er nauwelijks nog bewegende delen aan te pas komen die het proces kunnen beïnvloeden.