Halogeenlampen zijn niet alleen klein maar ook erg sfeervol dus uitermate geschikt voor verwerking in onder andere plafonds en kasten. Dit type verlichting is danwel zuiniger met energie dan een gloeilamp maar veel minder zuinig dan een spaarlamp.
Net als bij alle overige lampen levert bij een halogeenlamp het elektriciteitsverbruik het grootste aandeel in de mate waarin het milieu wordt belast. Elektriciteitscentrales verbranden, om stroom op te kunnen wekken, fossiele brandstoffen en deze zijn niet oneindig beschikbaar. Doordat er veel CO2 vrijkomt hierbij draagt de productie van elektriciteit bij aan de klimaatverandering. Hiernaast levert het produceren van halogeenlampen eveneens schadelijke stoffen op zoals onder andere zwaveldioxide en kwik.
Halogeenlampen gebruiken die elektriciteit bovendien niet op een erg efficiënte manier. Een groot deel van de stroom wordt namelijk niet omgezet in licht maar gaat verloren in de vorm van warmte. Daarom hebben de meeste halogeenlampen energielabel D gekregen.
Het grootste deel van alle halogeenlampen zijn daarmee wel efficiënter dan gloeilampen (zij hebben zelfs energielabel E, F of G). Bovendien hebben ze een langere levensduur. Halogeenlampen gaan immers een levensduur van 2.000 (met coating zelfs tot 4.000) branduren mee. Daarentegen hebben gloeilampen slechts 1.000 uur. Hierdoor komen de meeste halogeenlampen iets milieuvriendelijker voor de dag dan de gloeilamp. Maar er zijn natuurlijk altijd wel uitzonderingen te noemen.
Halogeenlampen mogen, in tegenstelling tot de spaarlampen, gewoon bij het huishoudelijk afval worden gedaan wanneer ze niet meer werken. Deze lampen mag men juist niet in de glasbak doen omdat ze wel glas bevatten maar niet voor (glas)hergebruik geschikt zijn.
