Een inbouwhaard kan zowel op hout als op gas worden gestookt. Doordat de haard is ingebouwd is het rendement van de haarden erg hoog. Er kan immers nauwelijks warmte ontsnappen en wordt daarom voor het grootste deel benut. De warmte kan bij een inbouwhaard zowel via convectie als via straling worden verspreid. In de regel is een inbouwhaard erg gebruiksvriendelijk te noemen en neem bovendien niet of nauwelijks plaats in.
De inbouwhaarden kennen zowel open als gesloten modellen. Uiteraard zijn de modellen altijd gesloten wanneer men gebruik maakt van gas als brandstof. Verder dienen ze aangesloten te worden op een rookgasafvoer of een schoorsteen om te voorkomen dat verbrandingsgassen in de woning terecht kunnen komen.
Net zoals bij de verbranding van hout en gas, in andere kachels en haarden, dient men ook bij inbouwhaarden ervoor te zorgen dat er voldoende zuurstof bij de verbranding aanwezig kan zijn. Op die manier zal er namelijk sprake zijn van een volledige verbranding en is de kans op het ontstaan van schadelijke gassen zoals CO (koolmonoxide). Men dient de ruimte waarin de inbouwhaard is geplaatst altijd goed te ventileren en een koolmonoxidedetector te installeren.
De inbouwhaarden dienen tegenwoordig wettelijk te voldoen aan allerlei milieu- en veiligheidseisen. Dit maakt een inbouwhaard niet alleen een verwarmingstoestel dat een hoog rendement heeft maar ook één die veilig is in het gebruik. Vanwege het veiligheidsaspect is het daarom verplicht een inbouwhaard die op gas wordt gestookt door een erkende installateur te laten plaatsen. Het onderhoud van een inbouw gashaard dient ook regelmatig door een erkend bedrijf te gebeuren.