Een inbouwhaard bespaart aanzienlijk wat ruimte wanneer men deze vergelijkt met een vrijstaand exemplaar. Daarentegen is het rendement van de meeste inbouwhaarden behoorlijk lager dan dat van de vrijstaande modellen.
Dit heeft te maken met het feit dat een vrijstaande haard volledig in de ruimte staat die moet worden verwarmd en de inbouwhaard slechts aan één kant warmte af kan geven aan de te verwarmen ruimte. De rest van de warmte verdwijnt via de schoorsteen naar buiten. Om het rendement enigszins te kunnen verhogen en er minder warmteverlies zal optreden worden tegenwoordig vaak gebruik gemaakt van een ventilator. Deze ventilator blaast dan de warme lucht de kamer in.
Sommige mensen besluiten om hun bestaande open haard te vervangen door en inbouwhaard. Qua rendement loont dit zeer zeker de moeite want een open haard laat zo’n 85 tot wel 95 procent van de warmte door de schoorsteen naar buiten glippen. Wanneer men dan ook nog gebruik maakt van een ventilator in de inbouwhaard dan zal men duidelijk het verschil gaan merken.
Door een inbouwhaard wordt met name conversiewarmte geleverd. Dit is warmte die aan de lucht wordt afgegeven. Het is, in vergelijking tot de stralingswarmte van bijvoorbeeld vrijstaande haarden, veel minder gezond. Bovendien voelt deze manier van warmte ook wat minder behaaglijk aan. Stralingswarmte lijkt, in tegenstelling tot conversiewarmte, veel op zomerse warmte die de huis streelt en iemand echt op kan warmen.
De warmte van een inbouwhaard maakt de lucht droog waardoor men last kan krijgen van irritaties aan de luchtwegen. Verder kan er door de droge lucht zogenaamde stofschroei plaatsvinden met andere woorden er zal stof ronddwarrelen in de lucht.
