Een thermostaat in een koelkast heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een kamerthermostaat, tot doel om de temperatuur in de koelkast niet hoger te laten worden dan een bepaalde bovengrens maar tevens niet verder te laten dalen dan een vastgestelde ondergrens. Hiermee wordt dus voorkomen dat het te warm wordt in de koelkast of dat de temperatuur bijvoorbeeld onder het vriespunt zal zakken.
Doordat er in een koelkast vaak verschillende soorten voedingsmiddelen worden bewaard, met elk een eigen optimale temperatuur om bij bewaard te worden, is het erg belangrijk dat de temperatuur van de koelkast op een juiste manier wordt geregeld. Zo zal het immers het koudste zijn dichtbij het koelelement terwijl de deur en de groentelade in d meeste gevallen een hogere temperatuur kennen.
Wanneer de deur van de koelkast wordt open gedaan dan zal de temperatuur binnenin het apparaat gaan stijgen. De thermostaat zal deze temperatuursverandering waarnemen en een signaal naar de motor van de koelkast sturen om deze in werking te stellen zodat de temperatuur weer omlaag kan worden gebracht. Op die manier blijven de goederen die in de koelkast worden bewaard op een vrijwel constante temperatuur.
Om te kunnen voorkomen dat producten vroegtijdig zullen gaan bederven is het erg belangrijk dat de thermostaat van de koelkast goed staat afgesteld. Staat deze immers op een te hoge temperatuur dan kunnen bepaalde etenswaren snel bederven terwijl wanneer er sprake is van een te lage temperatuur in de koelkast een aantal producten kunnen gaan bevriezen.
Het te vaak openen van de koelkastdeur, het slecht sluiten ervan of het open laten staan zal de thermostaat telkens weer prikkelen om de motor een signaal te geven om aan te slaan. Dit komt niet alleen niet ten gunste van de kwaliteit van de inhoud van de koelkast maar kost ook extra energie.