Het opwekken van stroom in bijvoorbeeld een energiecentrale kost geld dat weet iedereen. Maar niet elke manier van stroom opwekken brengt dezelfde kosten met zich mee. Zo zullen de kosten voor het opwekken van stroom in een conventionele op aardgas of steenkool gestookte elektriciteitscentrale in veel gevallen iets goedkoper zijn dan wanneer men een gelijke hoeveelheid stroom zou opwekken met behulp van bijvoorbeeld windenergie.
Dit kostenverschil heeft onder andere te maken met de investering die dient te worden gedaan wil men stroom door middel van windenergie opwekken. De meeste bestaande elektriciteitscentrale hoeven slechts te worden onderhouden en hebben hun bouw en ontwikkeling al enige tijd terugverdiend. De windenergie daarentegen is nog volop in ontwikkeling en daar zullen dan ook nog extra kosten aan verbonden zijn.
De overheid probeert echter het gebruik van schone en duurzame energie te bevorderen door allerlei subsidies en fiscale voordelen in het vooruitzicht te stellen voor investeerders en gebruikers. Daarentegen worden de vervuilende methodes om stroom op te wekken extra bezwaard met heffingen. Op deze manier worden verschillen tussen de groene en de grijze stroom aanzienlijk kleiner en kunnen sommige bedrijven zelfs de groene en dus schonere variant voordeliger aanbieden aan de verbruiker dan wanner zij voor de conventionele stroom zouden kiezen.
De kosten van het opwekken van de stroom zijn als het ware de basiskosten van de stroom. Voor de exacte kosten dient men hierbij nog een aantal andere kostenposten bij op te tellen zoals de service- en transportkosten die nodig zijn om de stroom van de energiecentrale bij de consument uit het stopcontact te kunnen laten komen. Hier komt dan nog een percentage BTW en energieheffing die in de schatkist van de overheid zullen belanden.