Wat het verwarmen van een woning kost hangt van een groot aantal factoren af. Wanneer men het verwarmingssysteem immers zelf heeft aangelegd komen de kosten hiervoor ook nog eens voor de rekening van de gebruiker. Is er in een woning al een verwarming aanwezig dan kan men volstaan met enkel de kosten voor de brandstof of de energie te rekenen die nodig is om de verwarming te laten werken.
Verder speelt bij het maken van een kostenplaatje de grootte van de woning een rol samen met de mate waarin deze is voorzien van isolatie. Heeft men zowel dak- en spouwisolatie aangebracht als dubbele beglazing laten plaatsen dan zal men zeker minder warmte verliezen dan wanneer deze voorzieningen niet aan zouden zijn gebracht.
Natuurlijk bepaald het gebruik van de verwarming ook de hoogte van de kosten. Laat men de verwarming maar werken terwijl men deuren en/of ramen wijdt open heeft staan dan zullen de kosten uiteraard aanzienlijk hoger zijn dan wanneer men erg let op het energiegebruik en bijvoorbeeld de thermostaat laag zet wanneer men niet thuis is en bovendien niet onnodig hoog instelt op momenten dat men wel aanwezig is.
Bij de aanschaf van een verwarmingsketel kan men stellen dat: hoe zuiniger de ketel hoe hoger de kosten zullen zijn voor de aanschaf van het toestel. Met andere woorden: een conventionele ketel is dan wel goedkoper in aanschaf maar aanzienlijk duurder in gebruik terwijl een Hoog Rendement (HR) ketel vaak duurder is om aan te schaffen maar zichzelf al snel terugverdiend door de lage gebruikskosten.
Door een verwarmingssysteem verder regelmatig te laten controleren en goed onderhouden kan men de levensduur van het toestel aanmerkelijk verlengen en bovendien een optimaal rendement weten te behalen. Dit bespaart niet alleen onnodige reparatie- of vervangingskosten maar ook zullen de verbruikskosten zullen zo laag blijven.
