In het verleden werden de meterstanden opgenomen door medewerkers van het energiebedrijf die bij elke gebruiker persoonlijk aan de deur kwamen om de meterstanden op te schrijven. Dit was een arbeidsintensief en vaak langdurig karwei. Was er op een bepaald adres immers niemand thuis dan kon men de stand op de energiemeter niet noteren en moest men op een ander tijdstip nogmaals terugkomen.
Om niet alleen deze dubbele bezoeken en dus een heleboel kosten te kunnen besparen is men enkele jaren geleden overgestapt naar het doorgeven van de meterstanden door de gebruikers zelf. Men krijgt een zogenaamde meterstandenkaart toegezonden waarop de huidige standen vermeld kunnen worden samen met de datum waarop dit is gebeurt. Aanvankelijk diende men deze kaart aan de energieleveranciers terug te sturen waarna de rekening van dat jaar kon worden opgemaakt. Slechts één keer in de twee tot de vijf jaar kwam er dan nog een meteropnemer langs om de meter niet alleen te controleren op de standen maar ook op eventueel misbruik ervan.
Vandaag de dag is het slecht bij enkele huishoudens nog maar nodig om een medewerker langs te sturen. De meeste energiemeter zijn namelijk op afstand door het energiebedrijf af te lezen. Bovendien geven de gebruikers elk jaar hun meterstanden door. Dit kan nog steeds per post, door het opsturen van de meterstandenkaart, maar ook via de telefoon of het internet. Voor het doorgeven van de meterstanden hoeft men, indien men een telefoon of internetaansluiting heeft, de deur niet meer uit.
Wanneer men een nieuwe woning of pand in gebruik neemt dient men het energiebedrijf eveneens op de hoogte te stellen van de meterstanden. Dit gebeurt echter nog steeds veelvuldig aan de hand van een overeenkomst op papier die dus per post moet worden verzonden. Deze overeenkomst is namelijk tevens het officiële gebruikerscontract.