Voor energiebedrijven is het noodzakelijk dat ze kunnen achterhalen wat hun klanten aan energie geleverd krijgen en waarvoor ze dus een vergoeding verschuldigd zijn. Bij alle huishoudens en bedrijven die aangesloten zijn op de verschillende energienetwerken zijn dan ook zogenaamde energiemeters geplaatst. Op deze meters kan nauwkeurig worden afgelezen hoeveel elektriciteit, water of gas men heeft gebruikt.
Aan de hand van de meterstanden kan bijvoorbeeld een elektriciteitsbedrijf berekenen wat een huishouden per jaar heeft verbruikt en hoeveel men hiervoor aan geld tegoed heeft. Om er zeker van te zijn dat er niet met de meters geknoeid wordt zijn deze voorzien van een zegel. Indien dit zegel tijdens een controle verbroken blijkt te zijn dan weet het elektriciteitsbedrijf dat er iemand met de meter bezig is geweest die hiervoor geen toestemming had.
Op het moment dat iemand een woning of een pand betrekt of in gebruik neemt dan dient men de meterstanden die dan op de meters staan aan de energieleveranciers door te geven. Een vorige verbruiker heeft namelijk bij diens vertrek eveneens de meterstanden genoteerd en deze aan het energiebedrijf gemeld. Het energiebedrijf kan nu een contract afsluiten met de kersverse bewoner of beheerder van het pand waar energie wordt geleverd.
Aan het eind van een contractjaar dient men wederom de meterstanden aan de energiebedrijven door te geven. Dit kan zowel via de post, de telefoon als vandaag de dag steeds vaker met behulp van het internet. Op basis van de begin- en eindstand van het contractjaar kan de energieleverancier berekenen hoeveel elektriciteit er gebruikt is en tegen welk tarief dit is gebeurt. Wanneer men namelijk gebruik maakt van een daltarief (bijvoorbeeld nachtstroom) dan zal hiervoor een aparte meter zijn geplaatst waarvan eveneens de stand moet worden doorgegeven.