Door energie te gebruiken kan men vandaag de dag niet alleen comfortabel werken, leren en wonen maar is het bovendien mogelijk dat men eenvoudig kan reizen en dat men een heleboel klussen niet meer met de hand hoeft uit te voeren. Dit spaart in de meeste gevallen hele hoop tijd en soms zelfs geld. Dit wil echter niet zeggen dat het gebruik van energie alleen maar voordelen met zich mee heeft gebracht.
Om energie op te kunnen wekken is er brandstof nodig. Wanneer men hiervoor fossiele brandstoffen gebruikt dan zal dit zeker niet ten goede komen van het klimaat en het milieu. Bij de verbranden van onder andere aardgas, aardolie en kolen, komen er schadelijke stoffen in de lucht zoals het broeikasgas CO2. Doordat er teveel van dit gas in de lucht is gekomen is het zogenaamde broeikaseffect ontstaan waardoor de aarde steeds warmen wordt en bijvoorbeeld de ijskappen op de polen en de gletsjers gaan smelten en dus de zeewaterspiegel zal gaan stijgen.
Doordat men jarenlang de fossiele brandstoffen op allerlei plaatsen heeft ingezet is de voorraad die de aarde bezat aanzienlijk minder geworden en dreigt er zelfs een schaarste te ontstaan aan deze brandstoffen.
Door het gebruik van hout als brandstof om energie op te wekken is er veel bos verloren gegaan over de hele wereld. Dit heeft ertoe geleid dat er steeds minder bomen beschikbaar zijn die het schadelijke C)2 uit de lucht kunnen halen. Bovendien kan overmatige houtkap zorgen voor het uitsterven van boomsoorten en allerlei dieren omdat hun woonomgeving verdwenen is. Verder loopt men de kans dat, doordat de bodem niet langer door de boomwortels bij elkaar gehouden kan worden, er modderstromen en bodemerosie kunnen optreden met allee vervelende gevolgen van dien.