Bij de term open haard denken veel mensen aan een gezellig knapperend houtvuur met vrolijke vlammetjes die rondom de houtblokken dansen. Een open haard is, in tegenstelling tot de oorspronkelijke haard zoals men die vroeger gebruikte, een plaats van sfeer en gezelligheid in huis. Vooral in de koude en donkere wintermaanden stoken mensen graag hun open haard even op.
De meest gebruikte brandstof in een open haard is hout. Dit kunnen houtblokken zijn maar ook haarblokken zijn erg geliefd. Dit zijn blokken die bestaan uit zaagsel dat met paraffine is samengeperst. Het voordeel van deze haardblokken is dat ze meer warmte afgeven en bovendien langer kunnen blijven branden dan gewone houtblokken.
Aangezien deze haardblokken ook duurder zijn dan gewoon brandhout kiezen, diegene die voordelig hun openhaard willen stoken, voor deze oplossing. Men dient er dan wel rekening mee te houden dat het gebruikte hout schoon en droog is. Dit wil zeggen dat men geen hout dient te gebruiken dat voorzien is van een verf, lak of beitslaag. Evenmin mag men geïmpregneerd of anderszins behandeld hout gebruiken als brandstof in een open haard. Deze stoffen kunnen namelijk, bij verbranding, schadelijke stoffen doen ontstaan.
Het beste kan men het hout voor de open haard in het voorjaar hakken of zagen zodat het gedurende de warme maanden goed kan drogen. Of het hout droog is kan men controleren door twee stukken tegen elkaar te slaan. Gaat het hout zingen dan is het droog genoeg. Een andere manier om hier achter te komen is door te kijken of het hout al is open gedroogd en er dus spleten in het hout zitten.
In feite kan men alle houtsoorten gebruiken in een open haard, alleen geen tropisch hardhout. In de regel zal een hardere houtsoort langer branden en meer warmte afgeven dan een zachtere variant.