Zowel diesel als benzine worden beide uit aardolie gewonnen. Weliswaar is de productie van benzine een meer omvattend proces waardoor de productiekosten over het algemeen hoger komen te liggen dan de kosten om diesel te maken. Beide stoffen worden, door de aardolie als grondstof, als fossiele brandstof gezien en daardoor door de overheid extra belast.
Vandaag de dag verschilt de prijs voor een liter benzine zo’n 35 eurocent van die goedkopere diesel. Hierbij is niet alleen de productie een bepalende factor voor het prijsverschil maar zeer zeker ook de accijns en de BTW die door de overheid geheven wordt. Bij zowel benzine als diesel wordt ongeveer tweederde van de literprijs bepaald door de heffingen en belastingen van de overheid.
Op diesel wordt echter wel wat minder accijns geheven dan op de benzine waardoor het grootste deel van het prijsverschil verklaard kan worden. Maar ook de producenten van benzine en diesel, de oliemaatschappijen en de pomphouders willen hun graantje meepikken als het om het behalen van winst gaat. Geen van hen zal namelijk genoegen nemen met enkel de vergoeding van de gemaakte kosten voor het winnen, producren, vervoeren en verkopen van de brandstoffen.
Alle gemaakte kosten zullen dan ook aan de consument worden doorberekend. Wanneer hier dan nog een hoge accijns en 19% aan BTW bovenop wordt gezet door de overheid dan komt men al snel op brandstofprijzen die de pan uitrijzen. Bij het aanschaffen van een auto dient men hier dan ook rekening mee te houden. Een dieselauto is namelijk aanzienlijk duurder wat de wegenbelasting betreft in vergelijking tot een auto op benzine. Men moet een afweging maken aan de hand van het aantal te rijden kilometers en dergelijke om de juiste keuze te kunnen maken.