Om water te verwarmen kan men onder andere gebruik maken van een geiser. Dit apparaat wordt ook wel eens een doorstroomtoestel genoemd. Er zijn verschillende soorten geisers. Zo zijn er exemplaren die werken op elektriciteit, aardgas, butaan of propaan.
In de regel zijn geisers veel voordeliger in aanschaf en gebruik dan de zogenaamde voorraadtoestellen zoals bijvoorbeeld een boiler. Het water wordt, in tegenstelling tot bij bijvoorbeeld een boiler, alleen verwarmt wanneer er iemand de warm waterkraan openzet. Verder zijn geisers in staat op een onbeperkte hoeveelheid water verwarmen en hoeft men dus niet te wachten tot er weer water is opgewarmd, zoals bij een voorraadtoestel bij veelvuldig gebruik soms het geval kan zijn.
Als nadeel wordt echter vaak aangevoerd dat een geiser per minuut minder warm water kan leveren dan een voorraadtoestel. Bovendien is het vaak niet mogelijk om op meerdere plaatsen in huis tegelijk warm water af te tappen. Verder dient men de tapdrempel te halen. Dit wil zeggen dat men per minuut een minimale hoeveelheid warm water dient af te tappen. Haal men deze drempel niet dan zal de geiser afslaan met als gevolg dat het water uit de kraan koud wordt of met een wisselende temperatuur uit de kraan zal stromen.
Wanneer een geiser werkt op propaangas dan is het belangrijk dat er voldoende wordt geventileerd in de ruimte waar het toestel hangt. Is dit namelijk niet het geval dan bestaat de kans dat het gas niet volledig zal verbranden en er het zeer giftige koolmonoxide (CO) ontstaat.
Propaan is een gas met als chemische formule C3H8 en vormt bij een volledige verbranding CO2 (kooldioxide) wat als een schadelijk broeikasgas bekend staat. Toch is het gebruik van een dergelijke geiser beter voor het milieu dan wanneer men warm water krijgt door bijvoorbeeld verbranding van steenkool of aardolie.