Voor gasolie (ook wel diesel genoemd) worden twee verschillende accijnstarieven gehanteerd. Gebruikt men de gasolie namelijk in een landbouwwerktuig zoals een tractor dan ligt dit tarief namelijk aanmerkelijk lager dan wanneer de diesel bestemd is voor het wegverkeer.
Om te kunnen controleren of men geen goedkopere landbouwdiesel gebruikt in vrachtwagens of personenauto’s wordt er aan deze gasolie een rode kleurstof toegevoegd. Deze kleurstof heeft geen invloed op de werking van de gasolie en dient uitsluitend om te kunnen bepalen tot welk accijnstarief een bepaalde soort diesel behoort.
Uiteraard vinden er van tijd tot tijd controles plaats om te kunnen achterhalen of men geen rode gasolie heeft gebruikt in een voertuig dat niet tot de categorie landbouwvoertuigen behoort. Deze controles kunnen zowel door de douane worden uitgevoerd als door de keuringsstations voor de APK keuring. Dit is een periodieke keuring die de wat oudere auto’s elk jaar moeten ondergaan.
Zou de overheid deze controles niet laten verrichten dan zou het gebruik van rode diesel hand over hand toenemen. Dit zou als gevolg hebben dat de staat een aanzienlijk deel van de accijns op gasolie misloopt en dus minder inkomsten heeft. Indien iemand wordt betrapt op het gebruik van rode diesel dan zullen er zeker sancties volgen. In de meeste gevallen zal men dan een forse boete moeten betalen en zal er vaker worden gecontroleerd op het misbruik van de rode gasolie.
De reden waarom de overheid het verschil in accijns heeft ingevoerd is eenvoudig te verklaren. De landbouwvoertuigen die op de rode diesel mogen rijden komen immers niet, of nauwelijks, op de openbare weg en maken derhalve veel minder kilometers per jaar dan de voertuigen die op de duurdere variant rijden.