In het verleden gingen spaarlampen en dimmen niet samen. Vandaag de dag is er immers een spaarlamp op de markt gebracht die in 4 standen te dimmen is.
Deze spaarlampen zijn als het ware een soort opgerolde TL-lamp die het uiterlijk heeft van een conventionele gloeilamp.
Het dimmen gaat als volgtin zijn werk: men zet de lamp eerst gedurende vijf minuten volledig aan om zo het beste resultaat te kunnen behalen. De dimbare spaarlamp is dan optimaal opgewarmd. Om één stap te kunnen dimmen schakel men de lamp uit en dan binnen 3 seconden weer aan. De lamp zal dan een stand lager op gaan lichten. Dit kan men vervolgens nog twee keer doen. Iedere keer verder dimmen bespaart 20% aan elektriciteit. Met ander woorden: men schakelt in vier stappen van 15 naar 12 naar 9 naar 7 Watt. De lichtsterkte dimt hierbij dan van 100% naar 66% naar 33% naar 5%.
De verschillen tussen de verschillende lichtstanden zijn echter vrij klein. In een aantal gevallen is het dan ook aan te raden om een niet dimbare spaarlamp te kiezen die minder vermogen heeft waardoor men aanzienlijk op de aanschafprijs kan besparen.
Naast de bovengenoemde methode om dimbare spaarlampen te gebruiken bestaat er nog de conventionele manier. Het dimmen hiervan gaat aanzienlijk sneller: men hoeft hierbij bijvoorbeeld maar kort één of meer keer in het sensorstaafje te knijpen om de spaarlamp te kunnen dimmen. In deze lampen zit echter wel een energieverspillende gloeilamp van 75 Watt.
Hoe ideaal het misschien ook lijkt, het is af te raden om een dimbare spaarlamp in een dergelijke diminstallatie te gaan gebruiken. De ingebouwde dimmer in de spaarlamp kan in de war raken of zelfs kapot gaan wanneer deze in de diminstallatie wordt gebruikt.
