Het werken met stroom is, indien men er niet voldoende vanaf weet, niet ongevaarlijk. Men kan namelijk een elektrische schok krijgen die in sommige gevallen zelfs dodelijk kan zijn. Voorzichtigheid is dus geboden en dat geldt niet alleen voor de doe-het-zelver maar eveneens voor de vakman. Bij het aansluiten van stroom dient men altijd de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Zo mag er nooit aan de elektrische installatie worden gewerkt wanneer er nog spanning op staat.
De spanning kan men van het systeem afhalen door een schakelaar in de meterkast om te zetten waardoor er geen stroom meer kan worden doorgevoerd naar de plaats waar men aan het werk is. In sommige gevallen kan men volstaan met het uitschakelen van slechts een gedeelte van het elektrisch systeem zoals wanneer men een stopcontact wil vervangen of een lamp wil ophangen.
In andere gevallen is het nodig om het complete systeem uit te schakelen zoals bij het aanleggen van nieuwe stopcontacten of schakelaars. Wanneer men niet zeker is van zijn of haar zaak doet men er goed aan om het aansluiten van stroom over te laten aan een deskundige. Werk aan de meterkast wordt altijd uitgevoerd door een medewerker van het energiebedrijf.
Het aansluiten van stroom is een secuur werkje waarbij men zich aan strikte regels moet houden. Zou men immers een aansluiting foutief aanleggen dan kan dit tot kortsluiting leiden of ervoor zorgen dat een gebruiker van de stroom een onverwachte elektrische schok krijgt. Meestal gaat men bij het aansluiten van stroom aan de hand van een stroomschema te werk waarop alle punten die aangelegd moeten worden samen met alle bedradingen en leidingen zijn weergegeven.