Om een temperatuur in te kunnen stellen kan men gebruik maken van een thermostaat. Een thermostaat kan zowel inschakelen op een vaste maar ook op een in te stellen temperatuur. In het laatste geval spreekt men dan ook van een instelbare thermostaat. Een instelbare thermostaat kan men bijvoorbeeld gebruiken om in een systeem een bepaalde temperatuut te kunnen handhaven. Dit gebeurt dan door een warmtebron of koeling juist aan of uit te schakelen.
Het belangrijkste onderdeel van een eenvoudige thermostaat bestaat uit een bimetaal. Dit bimetaal bestaat uit twee reepjes metaal die met elkaar zijn verbonden. Elk metaal heeft hierbij een ander uitzettingscoëfficiënt. Door dit verschil zal het gehele bimetaal krom gaan trekken bij een verandering in temperatuur. Op die manier kan er wanneer een bepaalde temperatuur is bereikt een schakelaar worden omgezet in het systeem.
Thermostaten kunnen voor allerlei verschillende toepassingen worden gebruikt zoals onder andere in een oven, kranen, airconditioners en verwarmingstoestellen. Het is echter ook mogelijk om een thermostaat in een ruimte te plaatsen om daarmee de binnentemperatuur te kunnen regelen. Een dergelijke thermostaat wordt daarom ook wel een ruimtethermostaat of kamerthermostaat genoemd.
Een kamerthermostaat grijpt in op het centrale verwarmingssysteem zodra de gewenste temperatuur is bereikt of wanneer de temperatuur in de ruimte hier juist te veel van afwijkt. Het soort thermostaat is mede bepalend voor de mate van energieverbruik. Bij de aanschaf is het dan ook verstandig om hierop te letten.
Men kan een tweetal ruimtethermostaten onderscheiden namelijk de conventionele thermostaat, die al dan niet elektronisch is, en de klokthermostaat. De conventionele thermostaten werken met behulp van een kwikschakelaar of een elektrische module. Deze meet de temperatuur in de ruimte en vergelijkt die met de ingestelde waarde. De klokthermostaat maakt gebruik van bijvoorbeeld een klok om te bepalen of de temperatuur moet worden veranderd.