Een zuinige auto is niet alleen ,aar een stuk goedkoper aan de pomp maar ook veel beter voor het milieu. De aanschaf van zuinige modellen wordt daarom door de overheid gestimuleerd. Met het zogenaamde energielabel voor auto’s kan men in een oogopslag zien hoe zuinig een bepaalde auto is ten opzichte van andere auto’s in dezelfde grootteklasse.
Een auto met A-label zal zeker 20% minder brandstof verbruiken dan een gemiddelde auto uit dezelfde grootteklasse. De brandstofrekening van een auto met B-label kan wel 10 tot 20% lager uitvallen dan de rekening van een auto met een voor deze grootte een gemiddeld verbruik van brandstof.
Als men besluit om een nieuwe auto aan te schaffen dan weet men in de meeste gevallen al in welke grootteklasse men wil gaan zoeken. Zoekt men bijvoorbeeld een middenklasser dan is het mogelijk om aan het energielabel te zien welke auto binnen deze grootteklasse het zuinigste zal zijn.
In 2010 zal door de overheid de eerste stappen worden gezet op weg naar het vergroenen van de autobelasting (de zogenaamde Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen afgekort tot BPM). Dat gebeurt door middel van een overgangsregeling waarin de aanschafbelasting voor een deel af zal hangen van de cataloguswaarde van de auto (dit is de fabrieksprijs) en voor een ander deel van de hoeveelheid CO2 die de auto uitstoot per kilometer.
Een zuinige auto is voordelig voor de portemonnee maar er is nog een ander argument om een zuinige auto aan te schaffen. Hoe minder brandstof de auto immers verbruikt hoe minder CO2 er vrij zal komen tijdens het rijden. De uitstoot van CO2 heeft een negatief effect op het klimaat. Door de aanschaf van zuinige auto’s financieel aan te moedigen probeert de overheid de totale uitstoot van CO2 van het Nederlandse wagenpark terug te brengen.