Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw is het gebruik van elektriciteit aanmerkelijk toegenomen. Door de sterke uitbreidingen van het openbare lichtnet gingen steeds meer mensen niet alleen verlichting maar ook andere apparaten op stroom in huis gebruiken.
Naarmate de jaren verstreken zijn er voor steeds meer doeleinden apparaten bijgekomen die allerlei huishoudelijke taken konden verlichten of zelfs helemaal overnemen. Verder kwamen er apparaten en toestellen bij die als amusement gebruikt konden worden zoals de televisie, radio, computer en dergelijke. Het gebruik van al deze apparaten heeft uiteraard in vloed op de hoogte van de elektriciteitsrekening van de gebruiker. Het verbruik van elektriciteit hangt dan ook met name van het gebruik van dergelijke apparaten af. Hierbij kunnen nog elektriciteitskosten komen ten behoeve van elektrische verwarmingstoestellen.
Uiteraard bepaalt het aantal personen binnen een huishouden ook voor een belangrijk deel het verbruik van elektriciteit. In de regel worden er dan namelijk meer of vaker deze apparaten gebruikt of apparaten met een hoger vermogen. Zo zal bijvoorbeeld een wasmachine vaker moeten worden gebruikt bij een huishouden waartoe vier mensen behoren dan wanneer men alleen een huishouden voert.
Een ander aspect dat bepalend is voor het verbruik van elektriciteit is de mate waarin men energiezuinig wil zijn. Huishoudens waarin veel wordt gedaan aan energiebesparing en waar bewust met energie omgesprongen wordt zal aanmerkelijk minder stroom worden gebruikt dan in een huishouden met een gelijke samenstelling waar men echter geen rekening moet met het energieverbruik.
Zo kan het aanschaffen van energiezuinige apparaten en het gebruik van spaarlampen al aardig wat elektriciteit besparen. Maar ook de lichten doven in ruimtes waar niemand verblijft en het volledig afzetten van de elektrische apparaten in plaats van deze op stand-bystand te laten staan zorgt ervoor dat men minder elektriciteit verbruikt.