De aanschaf van een warmtepomp is in de meeste gevallen een grote investering die men slechts na een aanzienlijk tijd gebruiken terug weet te verdienen. De prijzen zijn afhankelijk van het soort warmtepomp maar evenzeer van het rendement dat deze pomp oplevert.
Ondanks deze hoge aanschafprijzen van de warmtepompen betekent dit wel dat men een woning er gedurende een periode van 25 tot 30 jaar op een duurzame manier kan worden verwarmd. In nieuwbouwwoningen worden vandaag de dag steeds vaker warmtepompen geïnstalleerd om hiermee de warmtevoorziening op een duurzame manier te kunnen regelen.
Evenals een centrale verwarmingsinstallatie kan een warmtepomp een woning voorzien van warmte en zorg dragen voor de verwarming van warm water. Een omkeerbare warmtepomp kan bovendien in de warme maanden zorgen voor koeling van de woning en functioneren als een airco. Doordat de warmtepompen hun warmte winnen uit de lucht of de bodem worden hiervoor geen fossiele brandstoffen gebruikt en vindt er geen CO2 uitstoot plaats.
De overheid wil het gebruik van deze duurzame energieopwekking stimuleren wat heeft geresulteerd in een subsidie op de aanschaf van een warmtepomp. Per jaar kan men dus niet alleen op onderhouds- en energiekosten besparen maar krijgt ook nog een deel van de aanschaf van de warmtepomp terug van de overheid.
Wanneer men warmtepompen collectief aanschaf zal de prijs van de toestellen nog verder dalen waardoor men de investering er reeds na een paar jaar heeft weten terug te verdienen. Per jaar kan men met een dergelijke installatie wel 350 euro besparen in vergelijking tot een cv-ketel gestookt op gas en een aparte elektrische airco. Een warmtepomp van enkele duizenden euro heeft zichzelf door de subsidie en alle besparingen dan ook snel terugverdiend.
