In een woning wordt veel energie verbruikt, onder andere voor de verwarming ervan en voor het verwarmen van bad- en afwaswater. Door hiervoor een warmtepomp in te zetten kan men aanzienlijk gaan besparen op de, nog steeds stijgende, kosten voor het verbruik van gas en elektriciteit.
De aanschaf van een warmtepomp is echter een aanzienlijke investering. Deze hoge kosten zijn voor sommige mensen een te hoge drempel om de overstap te maken van een centrale verwarmingsketel naar een warmtepomp. Omdat de overheid het gebruik van duurzame en schone energie wil bevorderen kunnen woningeigenaren, bedrijven en andere instellingen die een pand beheren een aanvraag indienen voor subsidie op de aanschaf van een warmtepomp.
Deze subsidie maakt de aankoopsom van een warmtepomp aanzienlijk lager en investeert men niet langer bedragen tussen de 5 en 6 duizend euro waardoor de installatie zichzelf al na enkele jaren kan hebben terugverdiend. Bovendien bespaart men ook nog aanzienlijk op kosten voor onderhoud en het gas- en elektriciteitsverbruik.
Voordat men een warmtepomp gaat plaatsen is het noodzakelijk om te weten wat de capaciteit van de pomp zal moeten worden. Zo is men er namelijk van verzekerd dat het comfort in huis gelijk blijft aan dat van het gebruik van een conventionele verwarmingsinstallatie.
Naast de financiële voordelen en het voordeel dat het milieu heeft bij het gebruik van een warmtepomp hebben de elektrische varianten een levensduur die dubbel zolang is als die van een cv-ketel. Doorgaans mag men hiervoor namelijk zo’n 25 tot 30 jaar rekening waarin ook nog minder onderhoud hoeft te worden gepleegd.
Als esthetisch voordeel van een warmtepomp in een woning, bedrijf of instelling stellen sommige mensen dat, indien men vloerverwarming gebruikt, er geen lelijke radiatoren het interieur zullen vervuilen. Dit is echter subjectief en dus voor iedereen verschillend.