Een warmtewisselaar lucht kan men onderverdelen in een lucht/lucht en een lucht/water variant. Het principe van beide systemen blijft gelijk namelijk het uitwisselen van warmte van het ene naar het andere medium waarbij de beide stoffen door middel van een dunne scheiding van elkaar gescheiden zijn. De stoffen die de warmte uitwisselen komen dus niet met elkaar in aanraking. Bij beide soorten warmtewisselaars wordt er gebruik gemaakt van het zogenaamde tegenstroomprincipe.
Bij een warmtewisselaar lucht bestaat één van de mediums uit lucht terwijl het andere, uiteraard gescheiden gehouden, medium uit zowel een vloeistof of een gas kan bestaan. Een goed voorbeeld van een warmtewisselaar lucht is een zogenaamde warmtepomp zoals die onder andere wordt gebruikt in een koelkast. Dit is dan een lucht/lucht warmtewisselaar omdat door het gas in de leidingen afgegeven aan de lucht rondom het van de koelkast warmte wordt apparaat.
Bij een centraal verwarmingssysteem wordt er echter warmte uitgewisseld tussen een vloeistof, in de leidingen en radiatoren, en de lucht er omheen. Men kan hierbij dus spreken van een warmtewisselaar lucht/water. De verwarmde vloeistof geeft immers haar warmte af aan de lucht die langs de radiatoren en leidingen stroomt. De omgevingstemperatuur zal hierdoor dus gaan stijgen terwijl het water in het verwarmingssysteem weer kouder zal worden.
Door gebruik te maken van een warmtewisselaar lucht kan men niet alleen maar een vloeistof of gas opwarmen maar uiteraard ook koelen. Het is dus een systeem dat op veel verschillende manieren kan worden gebruikt in niet alleen maar de particuliere maar zeker ook in de industriële sector.