Door het lagere energieverbruik van een spaarlamp kan er 4 tot zelfs 5 keer meer licht per Watt worden gegenereerd. Een conventionele gloeilamp van 60W kan dus worden vervangen door een spaarlamp met een vermogen van 12 of 15W. Het feit dat de spaarlampen efficiënter met energie omgaan is dan ook zeker als belangrijkste pluspunt aan te merken.
In de meeste gevallen kiest men gloeilampen uit op het aantal watt. Spaarlampen hebben eveneens een vermogen maar omdat een deze anders werkt geeft de spaarlamp zo’n vier keer meer licht per watt dan een gewone gloeilamp zou doen. Met andere woorden: door het aantal watt van de gloeilamp door vier te delen kan men te weten komen welke spaarlamp men precies nodig heeft. Deze vuistregel gaat echter niet altijd op aangezien spaarlampen onderling kunnen verschillen afhankelijk van onder andere het merk, de kwaliteit en de kleur van het licht van de spaarlamp.
In de regel kan men uitgaan van het volgende schema: – Een gloeilamp van 25 Watt kan worden vervangen door een spaarlamp van 5-7 Watt. – Een gloeilamp van 40 Watt kan worden vervangen door een spaarlamp van 8-10 Watt. – Een gloeilamp van 60 Watt kan worden vervangen door een spaarlamp van 11-15 Watt. – Een gloeilamp van 75 Watt kan worden vervangen door een spaarlamp van 14-20 Watt. – Een gloeilamp van 100 Watt kan worden vervangen door een spaarlamp van 20-25 Watt.
De efficiëntie van spaarlampen kan verschillen omdat het ene type meer licht per watt geeft dan een andere. Spaarlampen die een langere levensduur (10.000 tot 15.000 branduren) hebben zijn meestal eveneens het meest efficiënt. Het verschil ontstaat doordat spaarlampen verschillende elektronische systemen kunnen bevatten en er verschillen kunnen zijn in de tint.