Nederland is een zeer geschikt land voor het winnen van windenergie. Dit heeft onder andere te maken met de relatief lange kustlijn, het vlakke land en natuurlijk de wind die er veelvuldig waait. De overheid streeft er dan ook naar om van Nederland één van de zuinigste en schoonste landen van Europa te maken voor wat de energievoorziening betreft.
Men wil in het jaar 2020 twintig procent van de totale duurzame energie uit windenergie laten bestaan. Hierdoor kan dan het uitstoten van broeikasgassen met dertig procent worden teruggebracht ten opzichte van 1990. De capaciteit van de windenergie zal daarom jaarlijks toe gaan nemen zowel door windparken op het land als in zee. Door ook steeds modernere turbines te plaatsen wordt de capaciteit ook nog eens aanzienlijk vergroot.
Of het gebruik van windenergie een succes wordt is niet alleen afhankelijk van de inzet van de overheid maar ook van het bedrijfsleven, organisaties die de belangen van het milieu behartigen en de diverse adviseurs die betrokken zijn bij de ontwikkeling van nieuw aan te leggen windparken.
De overheid heeft bovendien extra geld uitgetrokken om de capaciteit de komende jaren extra te kunnen vergroten. Dit gebeurt in de vorm van de Subsidieregeling voor Duurzame Energie, afgekort als SDE. Vanaf het moment dat er energie wordt opgewekt zal de overheid gedurende vijftien jaar deze subsidie uitkeren. In totaal zijn er 2,4 miljard euro beschikbaar en kan men rekenen op 160 miljoen euro subsidie per jaar.
De hoeveelheid elektriciteit die met behulp van windenergie kan worden opgewekt kan echter van jaar tot jaar variëren. De wind is namelijk geen constante factor en daardoor niet te voorspellen. Men dient dus altijd een reserve achter de hand te houden. Deze kan worden opgebouwd wanneer men een overschot heeft en worden aangewend als er een tekort is ontstaan.