Een aantal losse zonnecellen worden tot zogenaamde zonnepanelen (ook wel PV-panelen of zonnegeneratoren genoemd) aan elkaar geschakeld. Hiermee wordt het zonlicht omgezet in elektrische stroom. Op het moment dat er dag- of zonlicht op het paneel terecht komt zal de energie van de straling in gelijkstroom worden omgezet. Hierna zal de opgewekte gelijkstroom door middel van een omvormer worden omgevormd in voor het openbare lichtnet bruikbare wisselstroom. De omvormer dient op een geschikte plek ergens tussen de zonnepanelen en de meterkast worden geïnstalleerd.
Naast het zon- of daglicht benutten zonnepanelen zelfs kunstlicht bij het opwekken van elektriciteit als de hemel bewolkt zou zijn of zelfs helemaal bedekt is door wolken. Uiteraard zal de opbrengst van de zonnepanelen afhangen van de hoeveelheid opgevangen licht af.
Naast de elektriciteit af te staan aan het openbare lichtnet is het ook mogelijk om voor een zogenaamd autonoom systeem te kiezen. Dit is een systeem waar men geen omvormer voor hoeft aan te schaffen omdat de gelijkstroom die wordt opgewekt zal worden opgeslagen in accu’s.
Verder zijn er nog de zogenaamde zonnecollectoren waardoor een vloeistof stroomt die onder invloed van de zonnewarmte wordt opgewarmd. De vloeistof kan bijvoorbeeld water zijn dat moet worden opgewarmd om als badwater te kunnen dienen. Het warme water zal dan worden opgeslagen in een reservoir tot het moment dat dit zal worden gebruikt. Indien het water onvoldoende is verwarmd dan kan men dit bijwarmen door gebruik te maken van een conventionele verwarmingswijze zoals een cv-ketel.
Welke methode men ook kiest het is in alle gevallen aan te raden de installatie secuur uit te voeren. Het is daarom aan te raden om een erkend installateur in de arm te nemen om er zeker van te zijn dat men een optimaal resultaat zal krijgen.