Een zonnecollector waarin de elektromagnetische straling van de zon wordt omgezet in warmte wordt ook wel een zonneboiler genoemd. Het principe waarmee een zonneboiler werkt is simpel: als een glas water gedurende de hele dag in de zon staat dan zal het water hierin warm worden. Zonneboilers maken eveneens van dit principe gebruik.
Een zonneboiler is opgebouwd uit een zonnecollector en een voorraadvat. Door de zonnecollector wordt zonlicht opgevangen. De vlakke plaat collector (de meest gebruikte collector) bestaat uit een absorber met een speciale coating (dir wordt een spectraal selectief laag genoemd). Deze laag heeft een hoge absorptiefactor maar eveneens een lage emissiefactor. De laag wordt op een metalen plaat, zoals koper of aluminium, opgedampt. Aan de achterkant van de plaat lopen dan dunne leidingen waardoor het collectormedium (dit is meestal een vloeistof maar zou ook een gas kunnen zijn) stroomt, waaraan de gewonnen warmte zal worden afgegeven. Aan de achterkant en zijkant wordt de absorber geïsoleerd met een dikke laag steenwol en/of polyurethaanschuim. De voorkant bestaat echter uit een plaat van glas dat ijzerarm en gehard is. De maximum temperatuur (stagnatie temperatuur) van een collector is afhankelijk van de hoeveelheid zonlicht dat erop straalt en het type collector dat men gebruikt.
Een zonnecollector zal in ons land dikwijls op het dak van een gebouw geplaatst worden. De opbrengst in Nederland zal optimaal zijn wanneer de hellingshoek van de zonnecollector circa 45 graden bedraagt en deze op het zuiden is gericht. De productie van warmte door middel van een zonnecollector is niet altijd gelijk aan de vraag naar verwarmd water waardoor het verwarmde water in een voorraadvat zal worden opgeslagen. Wanneer men de warmwaterkraan opendraait dan stroomt er koud leidingwater door het voorraadvat met het opgewarmde water naar de kraan. Bekijk ook de andere boilers