Het principe van een zonnecollector is niet zo complex dan men zou verwachten. Het is namelijk een geheel dat wordt opgewarmd doordat de zonnecollector zonlicht absorbeert door middel van de zwarte absorbeerplaat.
Dit wil echter niet zeggen dat het niet mogelijk is om zelf een zonnecollector te maken. Om het eenvoudig uit te leggen: een zonnecollector is een zwart paneel waarachter een frame schuilgaat. Het frame is in de meeste gevallen opgebouwd uit een circuit van koperen buisjes dat onder invloed van de opgewarmde absorbeerplaat de vloeistof dat er door stroomt warm wordt. Met de nodige oppervlakte kan men al gauw een grote hoeveelheid vloeistof op kunnen warmen.
Het materiaal dat men nodig heeft bestaat met name uit koper en aluminium (voor de behuizing). Dit materiaal is duurzaam en eenvoudig te vormen dat bovendien goed warmte geleidt. Allereerst begint men met de maten op te nemen van het oppervlak dat men wil gaan bedekken met de zonnecollectoren. Vervolgens maakt men een frame dat uit koperen leidingen bestaat die op een gelijke afstand van elkaar liggen. Door deze leidingen zal het water stromen dat men zal opwarmen met de zonnecollector. Eveneens kan men beginnen met de bak gemaakt van aluminium waarin het geheel geplaatst zal worden. Men moet er vooral voor zorgen dat het koperen frame ook een aansluitpunt heeft dat buiten de bak valt. Voor de absorbeerplaat kan men kiezen voor een plaat die helemaal uit koper bestaat of een raster bestaande uit koperen platen. Deze worden vervolgens mat zwart geverfd (mat reflecteert het zonlicht niet). Na de plaat vlak tegen het raster in de behuizing te hebben geplaatst kan men het geheel afsluiten.